Geven

Ondanks de doffe blik en de kringen onder zijn ogen, vertelde hij me dat het hem goed ging. Hij stak de loftrompet over de effecten van de coaching. Over hoe hij op zijn werk een lastige situatie anders had aangepakt en dat hij ten diepste verrast was door de gevolgen daarvan. Waar hij eerder snel in netelige gesprekken belanden, verliep het gesprek nu in zijn woorden van een leien dakje. Ik deelde mijn blijdschap met hem en vroeg wat ik in dit gesprek voor hem kon betekenen. Hij viel stil.

Eerlijk is eerlijk, stiltes vind ik in eerste instantie vaak oncomfortabel. Ik ken mijn neiging de ander te helpen door een vraag te stellen, maar ik heb geleerd mijn mond te houden, mijn eigen ongemak te verdragen totdat het wegebt en geduldig te zijn.

‘Dat weet ik eigenlijk niet zo goed’, kwam er na een tijdje. Ik kreeg de indruk dat hij wel aan iets dacht, maar schroom voelde het te delen. Ik vroeg hem in te zoomen op dat niet-weten en daarbij te blijven en ineens zag ik zijn gezicht oplichten en zijn ogen werden levendig. Of hij ook een ‘privé’ onderwerp in mocht brengen. ‘Er loopt iets spaak in een dierbare vriendschap’. En daar was hij boos over. 

Hij begint te vertellen. Over hoe hij altijd klaar staat voor zijn vriend, een luisterend oor biedt, steun geeft, hulp biedt. ‘Hij neemt alleen maar, en ik geef’, zo concludeerde hij. Het probleem was ontstaan toen hijzelf in een lastig pakket zat en zijn vriend reageerde met een nonchalant ‘Jij vindt altijd wel een oplossing’ en over was gegaan op de orde van de dag en de koetjes en de kalfjes. Hij had geslikt. Zijn verontwaardiging ingeslikt. Maar die was blijven knagen en zat hem in de weg.

In het boek ‘Tijd voor de ziel’ van Mia Leijssen, een ervaren psychotherapeut, lees ik deze dagen een interessante manier om naar dit vraagstuk te kijken. Wij mensen zoeken zingeving en betekenis op vier niveaus. Dat van het fysieke, het sociale, het psychisch en het spirituele. In het fysieke domein is vriendschap een uitruil, een transactie, je hebt iets nodig van de ander om je veilig en geborgen te voelen. Als er een disbalans zit in het geven en nemen dan ontstaan er tekorten en gevoelens van frustratie en onmacht. Het sociale domein vloeit hieruit voort en gaat over verwachtingen, ‘wat behoor je te doen in de vriendschap’. In het psychische domein durven we onze behoeften en wil centraal te stellen en daarover in gesprek te gaan. In het spirituele domein gebeurt er iets boeiends. Dat overstijgt feitelijk de één-op-één relatie, vanuit het besef dat er tevens iets groters gaande is, waar wij als mens deel aan hebben, wat zich in het persoonlijk beleven vertaalt in een verschuiving van ‘geven en nemen’ naar ‘geven en ontvangen’. Verwondering over wat je toevalt als je vrij-gevig bent.

Wij hebben zijn vraagstuk aan deze vier domeinen gespiegeld en daarmee kreeg hij meer zicht op wat zich afspeelde tussen hem en zijn vriend. Ook inzicht in zijn eigen aandeel. Hoop en vertrouwen over waar hij naar toe wilde. Het kwartje viel dat het gedoe op zijn werk ook te duiden viel met de nieuwe inzichten.

Kringen onder ogen verdwijnen niet tijdens een gesprek, maar er zat weer licht in zijn ogen toen hij de praktijk verliet. Ik bleef voldaan achter en mijmerde wat over hoe kloven gedicht kunnen worden als we in vertrouwen durven geven en in vreugde kunnen ontvangen wat ons allemaal zomaar in de schoot geworpen wordt. 


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Kom in contact.